Clownsact op het Sint-Baafsplein

Het is een herfstachtige avond in Gent en we leven eind november 2003.

In de schouwburg aan het Sint-Baafsplein werken technici, acteurs, dramaturgen, kostuumontwerpers, lichtontwerper, decorontwerper en 'iedereen achter de schermen' aan de laatste repetities in de laatste fase van het repetitieproces van SEEMANNSLIEDER.

Aan het roer staat Christoph Marthaler, hij voert de regie - hoe hij dat precies doet zou hier te ver voeren, maar dat er toen overdag tijdens de repetities wel wat witte wijn door de woelige baren stroomde is nu geen geheim meer.

We repeteren tot eind van de avond, Christoph en ik verlaten als laatsten, via de artiesteningang, de schouwburg en steken het winderige Sint-Baafsplein over.

De anderen zijn al achter de horizon verdwenen, en Christoph en ik houden elkaar stevig vast, arm in arm. Opeens steekt er een windvlaag op die de grote zwarte hoed van Christoph van zijn hoofd doet waaien en die een tiental meter verderop weer neerdaalt op de plavuizen van het plein. Waggelend, echt geen zeemansbenen, hobbelt Christoph naar zijn hoed en net als hij bukt om het zwarte object op te rapen blaast een andere wind de hoed weer een paar meter verder. Als Christoph bukt, pakt hij de hoed op, maar tot mijn verbazing gooit hij hem nu zelf de lucht in, de hoed landt weer meegevoerd door de wind een eind verder op de keien. Christoph loopt erop af en net op het moment dat hij zijn hoofddeksel wil oppakken, schopt hij hem zelf met de neus van zijn schoen voor hem uit. Als een volleerde clown herhaalt hij dit tafereel nog enkele keren.

Als enige toeschouwer op het hele plein krijg ik een complete clownsact te zien. We lopen verder, arm in arm. Op dat moment weet ik het zeker: het gaat goed komen met de voorstelling OP HOOP VAN ZEGEN. En we drinken samen nog een slaapmutsje.

(Bert Luppes, acteur)