De Vrek | Molière | regie Dirk Tanghe

'De mensen om hem heen zeggen: je bent veel te passioneel, maar hijzelf kan dat niet veranderen. Ik wil dat de vrek gelijk heeft' (Dirk Tanghe)

Dirk Tanghe krijgt van NTG de opdracht een bewerking te maken van de Molière-klassieker De Vrek. Een opdracht die hem bepaald ligt: 'Theater moet herkenbaar zijn voor de mensen van nu. Vooral jonge mensen zijn echt bang van klassieke stukken. Ze kregen die ingelepeld als dode stukken tekst.'

Het Vrek-verhaal op zich is nogal bekend. De weduwnaar Harpagon (Nolle Versyp) is geobsedeerd door geld. Hij onderdrukt zijn kinderen, dochter Elise (Karen de Visscher) en zoon Cléante (Eddy Vereycken), die maar één objectief hebben: zo snel mogelijk trouwen. Tanghe zelf kondigt het tijdens een persconferentie aan als 'een thriller, ik wil dat de mensen op het puntje van hun stoel zitten'.

Om de basisidee van zijn bewerking te duiden, wordt een citaat van de Franse toneelvernieuwer Charles Dullin gebruikt: 'Als we het werk (…) proberen van binnenuit te bekijken, (…) dan zien we dat de bezwaren die het oproept, voorvloeien uit het feit dat men in de meeste gevallen niet het stuk speelt, maar eerder een serie van sketches over de gierigheid.' (uit het programmaboekje) Eerder dan een stuk over een komisch type, haalt Tanghe uit De Vrek het verhaal van familieverhoudingen, scheefgetrokken door de gierigheid waaraan vader lijdt. In een eerder abstract, suggestief decor (Dirk Tanghe en Leo Verlinden) streeft hij er vooral naar de psychologische, emotionele realiteit van zijn personages te tonen. De personages worden niet opgedeeld in hoofd- en bijrollen, maar zijn allen evenzeer aanwezig. Tanghe: 'De vrek wordt bij mij een man die zijn principes verdedigt. Hij heeft één passie: hij koestert zijn bezittingen. De mensen om hem heen zeggen: je bent veel te passioneel, maar hijzelf kan dat niet veranderen. Ik wil dat de vrek gelijk heeft. Het conflict ontstaat dan omdat de kinderen vanuit hun standpunt ook gelijk hebben.'

In zijn uitgebreid artikel – 'Brecht is een zwembad, Molière een oceaan' – voor Etcetera schrijft Johan Thielemans er onder andere het volgende over: 'In de herinnering van de toeschouwer blijft de sterke, alhoewel kort aanwezigheid van Hugo Van den Berghe evengoed nazinderen als die van Nolle Versyp of Eddy Vereycken. Dat gewicht van elke rol verkrijgt Dirk Tanghe dankzij een regie die de acteur dwingt om intens aanwezig te zijn. Het is precies die kwaliteit, die men zo vaak in het NTG mist, en het is omdat Tanghe deze intensiteit op zulk een overdonderende wijze heeft bereikt, dat men met enthousiasme aan deze vertoning terugdenkt (…) In Gent was de zaal bij de première in uitgelaten stemming, en terecht, want zelden ziet men bij het NTG zoveel acteursvreugde van het podium afstralen.'