Woyzeck | vertaling Hugo Claus | regie Ulrich Greiff

Woyzeck werd in 1836 geschreven door Georg Büchner, een jaar voor hij op drieëntwintigjarige leeftijd overleed aan tyfus. Büchner schreef gedichten en verhandelingen en toonde zich politiek geëngageerd. Hij sloot zich aan bij een politieke oppositiegroep, stond in 1934 mee aan de wieg van de Gesellschaft der Menschenrechte en schreef een opruiend revolutionair pamflet waarmee hij zich verzette tegen het onderdrukkende regime van Hessen, zijn geboortestreek. Intussen studeerde Büchner geneeskunde en schreef hij 4 stukken van hoge kwaliteit, waarvan geen enkel tijdens zijn leven werd opgevoerd: Danton's Tod, over de morele neergang van Franse revolutionaire politicus Georges Danton, de fragmentarische novelle Lenz, het theaterstuk Leonce und Lena en het onvoltooid gebleven Woyzeck.

Woyzeck vertelt het tragisch levensverhaal van Franz Woyzeck: manusje-van-alles in het Pruisisch stadsgarnizoen, die zich in bochten wringt om toch maar een paar centen bij te verdienen voor het hoertje Marie met wie hij een kind heeft. Maar Marie bedriegt hem, dat wordt hem pijnlijk onder de neus gewreven. Franz Woyzeck is de vernederde mens bij uitstek, en door wanhoop gedreven vermoordt hij Marie. Deze Woyzeck spreekt vooral tot de verbeelding, omdat het overbleef als een reeks scènes waarvan de volgorde niet bepaald is en dus laat het stuk veel autonomie voor de regie.

NTG speelde het stuk in de vertaling van Hugo Claus uit 1980. Ulrich Greiff regisseerde. Het stuk werd niet bepaald positief ontvangen. De titel van de recensie die in De Morgen en Vooruit verscheen spreekt boekdelen: 'NTG speelt Woyzeck de vernieling in.' Volgens de recensent omdat regisseur Greiff de acteurs al te vaak aan hun lot overlaat tussen de veel te talrijke decorwisselingen: 'een miskleun van jewelste', vond Jan Temmerman.

Walter Moeremans kroop in de huid van soldaat Woyzeck. Lieve Moorthamer in die van Marie.